Tel Aviv is hip, vrolijk, progressief en relaxt. De levenslust spat er vanaf. Ik heb wat tips voor je op een rijtje gezet: de vijf geboden voor een toptijd in Tel Aviv.
Dwalen door Jeruzalem: Guns N’ Moses & de Pretzelman

Vorige zomer ging ik met drie vriendinnen een week naar Israël en de Palestijnse gebieden. We trapten onze reis af in Jeruzalem. Wat een bijzondere stad is dat! De oude binnenstad bestaat uit een joodse, een islamitische, een christelijke en een Armeense wijk. Het is een kruispunt van wereldreligies, dat voel je continu – en helaas niet altijd op een prettige manier.
Volg de sjtreimels!
Het was hartje zomer toen we naar Jeruzalem afreisden. De situatie was gespannen; in de week voorafgaand aan onze reis waren er meerdere doden gevallen. Toen we aankwamen was de stad echter volledig verstild. Nauwelijks verkeer op straat, alle winkels en restaurants potdicht. Het was sjabbat, de joodse rustdag. Tegen het einde van de middag zagen we in het zwart geklede groepjes opduiken met keppeltjes, lange pijpenkrullen en bonthoeden (sjtreimels). Daar moesten we achteraan!
De stoet leidde – hoe kon het ook anders – naar de Klaagmuur. Deze muur wordt beschouwd als het enige overblijfsel van de joodse tempel die hier ooit stond. Het is bijzonder om te zien hoe intens mensen hier hun geloof belijden. Ze staan prevelend met hun voorhoofd tegen de muur en stoppen briefjes met gebeden tussen de stenen. Uit respect loopt iedereen achteruit bij de muur vandaan. Wij dus ook, al voelde dat toch wat vreemd.
Toen we op maandagochtend nog eens terugkwamen bij de Klaagmuur, was het een drukte van belang. Dertienjarige jongens vierden er hun bar mitswa, het moment dat ze in religieus opzicht volwassen worden. Er werd gedanst en gezongen. Vrouwen keken toe van achter een wandje; zij moeten aan hun eigen kant van de muur blijven.
Explosief
Het is heerlijk om door de ommuurde stad te dwalen. Kinderen crossen op fietsjes door de nauwe straten en hier en daar wordt falafel gefrituurd. Kleine souvenirwinkeltjes verkopen t-shirts van Pika-Jew en Guns N’ Moses. Als je de hoek omgaat en je plotseling alleen in een steegje staat, waan je je eeuwen terug in de tijd.
In de oude stad zagen we kleurrijke Afrikaanse pelgrims, Amerikaanse tour groups en orthodoxe joden in zwarte kledij, maar ook groepjes zwaarbewapende militairen. De meesten leunden loom tegen een muur of aten een ijsje, met hun enorme wapen nonchalant op de heup. We voelden ons niet onveilig, maar het was bevreemdend om er steeds mee geconfronteerd te worden hoe explosief de situatie was.
Verlaten Tempelberg
Pal naast de Klaagmuur, bovenop de Tempelberg, liggen ook twee van de belangrijkste islamitische heiligdommen: de Rotskoepel en de Al-Aqsa moskee. Als niet-moslim mag je er niet naar binnen, maar via een speciale ingang mag je wel de Tempelberg op. Voor omgerekend zes euro moest ik een lange rok huren. Mijn eigen rok was weliswaar lang genoeg, maar zou volgens de bewakers een klein beetje door kunnen schijnen. Tsja.
We hadden grote drukte verwacht, maar troffen een vrijwel verlaten Tempelberg. Mazzel? Of waren de toeristen weg gebleven vanwege de heftige rellen eerder die week? We konden er alleen maar naar gissen. De gouden Rotskoepel schitterde in de zon en in alle rust genoten we van de kleurige mozaïeken.
De lijdensweg
Ook voor christenen is Jeruzalem een bijzondere plek. Door de oude stad loopt de Via Dolorosa, de weg die Jezus tweeduizend jaar geleden met het kruis op zijn rug zou hebben afgelegd. Aan het einde van dit pad staat de Heilige Grafkerk. Volgens de overlevering is Jezus hier aan het kruis genageld, begraven en verrezen. We zien er gelovigen van over de hele wereld. Kleurrijke groepen Afrikanen, Amerikanen op groepsreis, mannen in lange zwarte gewaden. Ze bidden en storten zich op de marmeren steen waarop het lichaam van Jezus gebalsemd zou zijn. Sommigen laten een traan, een enkeling maakt een selfie.
Zo veel culturen, zo veel smaken
Dat Jeruzalem al eeuwenlang mensen uit alle windstreken aantrekt, zie je terug in de lokale keuken. Typische gerechten in de oude stad zijn tabouleh, hummus met warme pita en gegrild lamsvlees. Veel vegetarische lekkernijen ook, zoals sabich: een pitabroodje (of soms zelfs een croissantje!) met gegrilde aubergine, eieren, tahin en verse kruiden. Er is ook een koshere McDonalds.
Als je van buitenlandse markten houdt, moet je zeker een bezoekje brengen aan de Machane Yehuda Markt. In deze overdekte markt krioelen kleurrijke bezoekers door elkaar. Je ziet er vrolijke groenteboeren, hippe scholieren op zoek naar een vers sapje en Joodse huisvrouwen met boodschappentrolleys.
Er liggen bergen kakelverse groenten en kruiden. Torens van geurige specerijen en grote, sappige olijven. Er zijn meterslange bakken met gedroogd fruit, dadels en noten. Zoetekauwen kunnen hier hun lol op: een enorm scala aan halva, mierzoete baklava en andere plakkerige zoetigheid.
Jezus en de Pretzelman
Bij het verlaten van de oude stad wilden we een pretzel kopen voor bij het ontbijt. We mochten hem gratis meenemen, zei de man achter het kraampje, als we het antwoord op zijn raadsel wisten: waarom is Jezus nooit teruggekeerd naar Jeruzalem? We hebben natuurlijk geen flauw idee. “Omdat hij geen visum kreeg! Haha!”
We lachen wat ongemakkelijk om dit wrange grapje. Er zit een kern van waarheid in: Palestijnen die, net zoals Jezus tweeduizend jaar geleden, geboren worden in Bethlehem of elders op de Westelijke Jordaanoever, mogen niet zomaar Jeruzalem in. Daarvoor hebben ze een lastig te verkrijgen travel permit nodig. Voor toeristen is het echter vrij eenvoudig om langs de checkpoints te komen. We besluiten de volgende dag de bus naar Bethlehem te nemen. Meer daarover lees je in Bethlehem: het andere verhaal.
PS. Meer over Israël lees je in de 5 geboden voor een toptijd in Tel Aviv!