4x snacken in kleurrijk Osaka, Japan

De Japanse stad Osaka is een te gekke bestemming voor liefhebbers van lekker eten. Naast felgekleurde neon-verlichting en andere gekkigheid, vind je hier namelijk fantastische snacks!

Wat moet je zeker proberen?

Takoyaki: inktvispoffertjes

Dé snack van Osaka: takoyaki. Simpel gezegd is dit een poffertje gevuld met inktvis. Het beslag wordt op smaak gebracht met dashi (bouillon op basis van bonitovlokken en zeewier). De poffertjes worden samen met stukjes inktvis gebakken in een soort diepe poffertjespan, waardoor luchtige ronde balletjes ontstaan.

Je eet de takoyaki gloeiend heet, vers uit de pan. De buitenkant is dan lekker knapperig, de binnenkant zacht. Ze worden geserveerd met takoyaki-saus (een soort friszure BBQ-saus), Japanse mayonaise en bonitovlokken.

Takoyaki is echte street food: je ziet overal kraampjes die deze balletjes verkopen, vooral in de wijk Dotonbori.

Okonomiyaki: gevulde pannenkoek

Nog zo’n klassieker die vergelijkbaar is met een oud-Hollands gerecht: hartige Japanse pannenkoek. Okonomi betekent iets als ‘wat je lekker vindt’ en yaki is Japans voor ‘gebakken’. Hij kan dus gevuld zijn met van alles, maar meestal is het een combinatie van kool en varkensvlees of garnalen.

Okonomiyaki wordt gegarneerd met dezelfde saus als takoyaki, mayonaise, gesnipperd zeewier en gedroogde bonitovlokken.

Bij sommige restaurants krijg je het beslag en de overige ingrediënten “rauw” aangeleverd. Je mag de pannenkoek dan zelf bakken op een bakplaat in de tafel.

Kushikatsu: gefrituurd & op een stokje

Gefrituurd lekkers op een stokje, dat is kushikatsu. Het kan van alles zijn: garnaal, vlees, aubergine, shiitake… Geen culinair hoogstandje, maar super lekker met een koude pint!

Dit gerecht komt oorspronkelijk uit Osaka, maar is tegenwoordig vrijwel overal in Japan te krijgen. Het wordt meestal gegeten met een zoet-zure dipsaus. Bij het eten van kushikatsu geldt één belangrijke regel: only dip once! Omdat de saus vaak gedeeld wordt met meerdere gasten, is het onbeleefd om te dippen, een hap te nemen en nogmaals te dippen.

Het verschil tussen kushikatsu en tempura (die andere gefrituurde Japanse specialiteit) zit hem in de buitenkant. Bij tempura wordt een beslag gebruikt van water, bloem en ei. Kushikatsu-gerechten worden gepaneerd in panko, Japans broodkruim.

Wij aten bij Kushikatsu Daruma, een van de bekendste kushikatsu-ketens van Japan. De originele vestiging in Shinsekai is niet te missen: die heeft een gigantische boos-kijkende Japanse chefkok op de voorgevel.

Kaiten-sushi

Even je buik vol van vet eten? Verover dan een plekje aan de lopende band voor sushi en sashimi. Eerlijk is eerlijk: voor echte kwaliteits-sushi kun je beter naar een ‘gewoon’ restaurant gaan. Maar sushi van de lopende band eten is zo leuk! Een eindeloze parade van nigiri, sashimi en andere sushi trekt aan je voorbij. De kleur van het bordje waarop de sushi ligt geeft aan wat de prijs is. Als je klaar bent, tel je simpelweg de bordjes en weet je wat je moet betalen.

Nooit eerder zag ik zo’n lange lopende band als bij Kaiten Sushi Ganko in Osaka. Zigzaggend gaat de sushi het hele restaurant door, tientallen meters lang. Je moet snel beslissen, want als je jouw schaaltje voorbij laat gaan, zie je hem waarschijnlijk nooit meer terug. Naast de lopende band-sushi is er ook een menukaart waarvan je kleine (warme) gerechten kunt bestellen.

Tip: probeer de verschillende soorten tonijn! Naast de magere variant die je in Nederland op je nigiri vindt, eet je in Japan ook vettere tonijn. Er zijn verschillende varianten, van sekami (mager rood tonijnvlees dat aan de voorkant van de rug zit) tot otoro (lichtroze extra fatty tuna, van de buik van de tonijn). De laatste is prijzig, maar smelt op de tong.